Valpartij met rollator: wegbeheerder aansprakelijk?

Home / Nieuws / Valpartij met rollator: wegbeheerder aansprakelijk?

Valpartij met rollator: wegbeheerder aansprakelijk?

Onlangs heeft de Rechtbank Den Haag zich uitgelaten over de vraag of de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor de gevolgen van een valpartij met een rollator. De uitspraak kunt u hier teruglezen.

Wat was er aan de hand?
Op 3 september 2017 liep een groep mensen over straat in het centrum van Den Haag. Een mevrouw die onderdeel uitmaakte van de groep liep met een rollator omdat zij kampte met lichamelijke klachten. Omdat het lopen voor deze mevrouw op een gegeven moment te zwaar werd, is zij op de rollator gaan zitten met haar gezicht tegen de looprichting in. De vrouw is vervolgens voortgeduwd door een andere vrouw, die ook bij de groep hoorde.

Nadat de groep de Kalvermarkt was overgestoken, is de vrouw ter hoogte van een afwateringsrooster in het wegdek achterover van de rollator gevallen. Hierdoor heeft zij haar pols gebroken en zal zij meerdere operaties moeten ondergaan.

De vrouw heeft de gemeente Den Haag aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval op grond van artikel 6:174 Burgerlijk Wetboek. Ze heeft gesteld dat er in het wegdek naast het afwateringsrooster een gat zat, waarin de band van de rollator is vast komen te zitten. Volgens de vrouw voldeed het wegdek niet aan de eisen die zij daaraan mocht stellen. De gemeente heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

Wat oordeelt de rechtbank?
De rechtbank stelt bij de beoordeling van deze rechtsvraag voorop dat de aansprakelijkheid van de beheerder van het wegdek op grond van artikel 6:174 BW moet worden beoordeeld aan de hand van de maatstaven die zijn ontwikkeld in het arrest Dijkdoorbraak Wilnis van de Hoge Raad. Uit dit arrest volgt dat een wegbeheerder alleen aansprakelijk is voor schade van een benadeelde als die schade is veroorzaakt door een gebrek in de openbare weg waardoor een gevaar is ontstaan voor personen en zaken, dat zich heeft verwezenlijkt.

Volgens de rechtbank staat vast dat het rooster waarbij de vrouw ten val is gekomen net voor het begin van een voetgangerszone ligt en zich bevindt op de rand tussen de stoep en het wegdek. Aan de kopse kant van het rooster is er ruimte tussen het wegdek en het rooster. In deze ruimte was ten tijde van het ongeval een steen geplaatst. De rechtbank gaat er bij de beoordeling van het geschil vanuit dat de steen maximaal 2,5 centimeter lager lag dan het wegdek. De vraag is dan of dit moet leiden tot de conclusie dat er sprake was van een gebrek in de zin van artikel 6:174 BW.

De rechtbank merkt hiertoe het volgende op. Het rooster ligt in de loop- en rijrichting van de stoep en weg, en de steen ligt haaks op de looprichting. Weggebruikers hebben zodoende in principe geen “last” van het hoogteverschil. Vast is komen te staan dat de vrouw is gevallen toen zij de Kalvermarkt overstak op een plaats die niet is ingericht als oversteekplaats. Dit betekent dat de stoep ter plaatse van het rooster niet zó hoefde te zijn ingericht, dat ook van de zijkant komende voetgangers onbelemmerd konden passeren. Daarbij merkt de rechtbank op dat het een feit van algemene bekendheid is dat een rollator niet is bedoeld om als rolstoel gebruikt te worden. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde de gemeente er bij de inrichting van de weg dan ook geen rekening mee te houden dat weggebruikers het rooster op deze plaats, in deze richting en op deze manier zouden passeren.

De vrouw voert aan dat veiligheidsmaatregelen mogelijk waren, wat blijkt uit het feit dat de gemeente de steen na het ongeval heeft opgehoogd. Volgens de rechtbank kan hier echter niet uit worden opgemaakt dat de weg ten tijde van de val gebrekkig was. Dat de vrouw die de rollator duwde minder goed zicht had op de weg, omdat zij in een groep meeliep, komt voor haar eigen rekening en risico. Volgens vaste jurisprudentie strekt de op de wegbeheerder rustende zorgplicht namelijk niet zo ver dat rekening moet worden gehouden met weggebruikers die niet de in het algemeen te vergen voorzichtigheid in acht nemen.

Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de weg voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen. De gemeente is niet aansprakelijk.

Heeft u vragen over dit onderwerp of bent u zelf gevallen door een mogelijk gebrek in een openbare weg?
Wilt u graag advies over dit onderwerp? Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 0800 – 8033 of stuur een e-mail naar info@dehersteladvocaat.nl.